Zoeken

onkruid uit eurazië

rafelranden tussen hier en de Beringstraat

Tag

arctisch

Groenland On The Rocks

West-Groenland per zeiljacht

Knal, daar dondert alweer een stuk gletsjer de zee in. Het duistere gekraak is met geen pen te beschrijven. Heb je de wereld gezien, zeggen ze, dan is er altijd nog Groenland. Maar tijdens een zeilexpeditie langs de ijzige kust vink je in één klap je halve #bucketlist af.

DOOR WIELAND DE HOON, FOTO’S SASKIA DENDOOVEN EN PETER VAN COILLIE (COVERBEELD, DRONE)

In het mahoniehouten salon van het ranke zeiljacht Moonlight II of London deelt de bemanning zwemvesten uit. “Wat je ook doet, zorg dat je aan boord blijft”, grinniken ze. Het zeewater bij het West-Groenlandse Ilulissat, ver boven de poolcirkel, is een graad of twee. Toch is het hoogzomer. Groenlandse meisjes joggen door de straten van het havenstadje, een jong stel duwt een kinderwagen. Rafelige sledehonden liggen te soezen in de zon. ‘s Avonds varen we uit, de Diskobaai in.

Metalig en zilt ruikt de koude zeelucht als we koers zetten naar de Ilulissat Ijsfjord, een labyrint van monsterijsbergen. 35 miljard ton ijs per jaar verdwijnt via deze iceberg graveyard jaarlijks de oceaan in. Deze ijsbergen drijven ver zuidwaarts af naar Labrador, Newfoundland en – ooit – richting Titanic. Sensatie: pal voor ons stort een enorme flank in. Een andere reus flipt loom op zijn zij, een metershoge golf breekt tegen de randen van het smalle kanaal waar we behoedzaam doorheen navigeren. Plots verschijnt aan het wateroppervlak een zwart-witte schim: een bultrug. Iedereen gaat uit zijn dak als ook de staartvin sierlijk opduikt: National Geographic! De twintig meter lange walvis is één van de vele die we nog zullen zien. Het avondlicht hult het ijs in een bladgoudlaag, de zee wordt glanzend platina. Eén zonnebril is nauwelijks voldoende.

#walvisspotten #middernachtzonkijken

De Moonlight voelt zich doorgaans perfect thuis in de Caraïben, maar voor deze reis veranderde de airco aan boord in een kacheltje. Dikke bamboestokken aan de boeg moeten loslopende ijsschotsen afweren, de kiel werd behandeld met bioverf. Het is driehonderdvijftig kilometer varen naar onze volgende aanlegplaats. Ruisende golven en een gestaag brommende dieselmotor zijn de soundtrack. Dan steekt er wat wind op en gaan we zeilen. De Moonlight is sloepgetuigd, leggen crewleden Jan Martinus en Rob me uit. Er is een grootzeil en kleiner genuazeil.

Typisch voor een modern zeiljacht en veilig, want je loopt geen risico op een mep van de giek. Toch hou je je tijdens het zeilen beter vast aan de glanzende houten relingen. Maar tijdens onze tocht zal het bijna twee weken windstil zijn. Onze verplichte zwemvestjes zijn er voor het decorum. Overhellen doen we nauwelijks. Het weer, dit glorieuze weer dat ons vanaf de start vergezelt, zorgt voor eindeloze zonovergoten arctische zomerdagen. Kapitein Jo, een ex-militair met een krulsnor en een jack van de Finse marine, vertelt dat er ooit zo’n perfecte rugwind stond, dat hij wel zestien knopen kon halen. Maar de passagiers hadden ‘vol-au-vent’ anders begrepen en wensten geen diner bij een schuine hoek van 15 graden.

PERFECTE SKIPISTES EINDIGEND

IN EEN GLANZENDE, DODELIJKE DUIK 

Wij tuffen met een slakkengangetje van drie knopen verder naar het zuiden. De Belgische driekleur wappert in de flauwe bries. Op deze exploratietrip hééft het wel iets. Onze bemanning brengt overal nieuwe ankerplaatsen in kaart, want voor pleziervaarten is Groenland terra incognito. Het is vaak gissen en aftasten waar we veilig voor anker kunnen.

Ondertussen blijven we maar vinvissen en dwergvinvissen spotten. Drie bultruggen voeren een spectaculair ballet op. Synchroon komen ze naar boven om krill en visjes bij elkaar te drijven. De meeuwen hebben er een feestje aan. “De herfst begint op deze breedtegraad op 24 juli, wanneer de zon voor het eerst weer onder de horizon duikt”, mijmert Rob, onze scheepswerktuigkundige. Voorlopig blijft het ’s nachts licht. Internetbereik hebben we ondanks een lokale simkaart nergens. Maar dat hoeft ook niet, in deze diffuus paars-violet-roze wonderwereld. Aan de horizon doemt af en toe een eenzame ijsberg op: een flatgebouw met een gat erin, een piramide met sfinks, perfecte skipistes eindigend in een glanzende, dodelijke duik.

#packraften #gletsjerfluisteren

Groenland beslaat van noord naar zuid een even grote afstand als van Schotland naar Marokko. De kust is één immens fjordenstelsel. Per zeilschip de ijsvrije westkust verkennen en er lange trektochten maken: outdoorfanaten Willem (30) en Sofie (34) zagen er de ultieme vrijheid in.

Hun plan: elk jaar tussen juni en eind september zeilen van de Diskobaai in het noorden tot Kaap Farvel in het zuiden. Opgedeeld in etappes van telkens twee weken, voor een achttal passagiers per trip. Dat we ook zouden packraften, gaf de doorslag om mee te gaan. Een packraft is een draagbaar opblaasbootje van twee kilo waarmee je overal naartoe kan. Zoals naar een beest van een zeegletsjer, om er brokken ijs zo groot als een rijhuis te zien afkalven! Eerst leggen we nog aan in Sisimiut, een metropolis van vijfduizend inwoners vol kleurige huisjes. Sofie gaat op jacht naar vis en rendiervlees, wij op verkenning.

Een vriendelijke Groenlandse familie. Ze hebben een houten huisje aan een baai waar ze ’s zomers komen vissen en de stad even vergeten. De meeste Inuit die we ontmoeten zijn vriendelijk, verlegen en zwijgzaam, lijken zelfs wat kwetsbaar. Al is dat laatste meestal maar schijn: in al zijn schoonheid is dit een vreselijk onherbergzaam land, ongeschikt voor watjes. “Deze lente zijn we naar Antalya geweest”, vertelt de familie. “Om de kou te ontvluchten”. Hadden we al een klassiek beeld over het Inuitvolk, dan is dat meteen enigszins bijgesteld. “Wij komen hier van de natuur genieten. Alleen oma heeft het échte buitenleven nog gekend”, zegt mama Margrethe. “Hier, proef wat rauwe narwal. Snij zelf maar een plakje af. Of neem wat mattak, pikzwarte walvishuid.” Net als haar zus Caroline heeft ze Aziatische ogen en een Deense naam.

“Een overblijfsel uit de koloniale tijd. Maar jongeren hebben meestal een Groenlandse voornaam.” Zoals Nukakkuluk, een jongen met een leren jekker met wie we ook aan de praat raken. “Zeg maar Nuka. Mijn familienaam is Josephsen. No hard feelings tegenover Denen, al zien ze ons nog steeds als hun onderontwikkelde achtertuin.” Honderden miljoenen euro’s pompt Denemarken het land in. Toch zijn veel Groenlanders de bemoeiienissen uit Kopenhagen beu over walvisvangst, mijnbouw of jacht. Maar tegen welke prijs? Twee vrouwen staan te zwaaien met een grote roodwitte Groenlandse vlag, kleurig afstekend tegen de bruingroene heuvels. De stralende toekomst, gesponsord door Chinese mijnbouwbedrijven, ligt binnen handbereik.

EEN BERUCHTE FOBIE BIJ DE INUIT 

IS NANGIARNEQ OF KAJAKANGST

Dan varen we de Eternity Fjord in. Honderd kilometer reikt hij landinwaarts. Puntige bergen met loodrechte rotswanden en sneeuwtoppen torenen boven ons uit. Denk bij een Groenlandse fjord niét aan Noorwegen: de verlatenheid hier is totaal, de ongereptheid absoluut.

Ons doel is de gletsjer Kujadleq. Iedereen wordt stil als we naderen: urenlang hebben we hem in ons blikveld. We blazen de packrafts op en peddelen voorzichtig tussen blauwe ijsschotsen als eeuwenoud ijzig saffier. Fluisterijs waaruit zachtjes knisperend luchtbelletjes ontsnappen. Onze packrafts lijken blauwe, rode, gele en groene spikkeltjes hagelslag op de fjord. Varen doorheen de ijsblokjes voelt korrelig aan. Scherpe randen hebben ze. Eén scheurtje in mijn packraft en ik zink. Een beruchte fobie bij de Inuit is nangiarneq of kajakangst: paranoia over een vollopend, kapseizend bootje. Denken dat er water onder je huid zit, is een typisch symptoom. We houden halt op honderd meter van gletsjerrand en wachten tot een grote ijstoren het begeeft. Er komt geen grote golf die ons ondersteboven gooit, wel een trage, stroperige deining die het ijs rondom ons doet kreunen. De Kujadleq rommelt, er komt nog meer los. Hier kan ik de hele dag dobberen. Bijna zonder kajakangst.

#ijszwemmen #offroadgaan

Een ijsduik, verslavend? Mijn schouderspieren zinderen. Ik zweet me kapot. Véél te warm aangekleed. Een snelle sprong in het water om af te koelen – dankzij wat groepsdruk wordt ijsberen hier plots vanzelfsprekend. En er komt nog meer actie op ons af. Met gids Sofie gaan we op vierdaagse trekking met rugzak en ultralighttentje. Eerst nog wat varen, gelukkig.

Respijttijd met Dinah Washington in het salon met zijn boeken, gin-tonic, reuzegarnalen in cocktailsaus, plakjes wilde zalm, Bretoense vissoep en chicon gratin. Vakantie in Groenland. Dan spurt ratelend de ankerketting het water in – en worden we met zijn allen onverbiddelijk afgezet op een onbewoond schiereiland. Het is er prachtig, onbetreden, onbekend en vol miljarden muggen. Maar de spitse, naamloze bergen en de vele meertjes maken alles goed. Beklim je een anonieme top, dan kun je een naam laten registreren bij de geografische dienst, vertelde Willem ons. Måneskin Toppen lijkt ons wel wat. Je moet er wel iets voor over hebben.

Trekken in Groenland betekent: met twintig kilo op je rug offroad gaan over puinhellingen, soppen door zompig moeras, of half bevriezen tijdens ijskoude doorwadingen. Waar is dat schip en de hespenrolletjes in het kombuis? Het wordt de onterechte running gag tijdens onze tocht, een aaneenschakeling van natuurwonderen waarover je een jaar lang kan blijven dagdromen.

#beachpartyen #ijskapfietsen

Een beachparty, het moest er van komen. Op het strand van een bergmeertje. Vuur laait hoog op, balkanbeats galmen, kapitein Jo doet zot en de whisky vloeit. We voelen ons écht pioniers. In geen honderd kilometer om ons heen staat een huis. Een ongekende luxe, als alles goed gaat.

We nemen afscheid van onze geweldige bemanning. Er zal nog een afscheidsfeestje volgen – iets met op Vlaamse schlagers swingende Groenlanders. Dan checken we in op het propellervluchtje van Maniitsoq naar Kangerlussuaq, de luchthaven voor onze retourvlucht naar Kopenhagen. We hebben nog een dagje over. Er staan mountainbikes te huur! En zo komt het dat we over een zanderige piste fietsen door een kurkdroog poolwoestijnlandschap naar de rand van het Grote IJs – Sermersuaq. De Groenlandse ijskap strekt zich uit zover het oog kan zien. Chaotisch en ongenaakbaar, al je zintuigen raken het noorden kwijt.

Smeltwater baant zich in donderende stromen een weg richting zeespiegelstijging. Een poolhaas houdt ons op zijn gemakje in het oog, diepvrieswind giert door onze kleren. We spotten rendieren en muskusossen. Kunnen we ook een stukje Groenlands ijs adopteren? Door minder te vliegen (maar dat deden we al, écht). Of als het niet anders kan: als blokjes blauw fluisterijs in een gin-tonic, op ons tuinterras.

PRAKTISCH

Groenland (Kalaallit Nunaat) raakt in trek als actieve bestemming, maar een goedkope trip is het niet. Je vliegt met Air Greenland of Icelandair. Vanuit de internationale hub Kangerlussuaq (‘Kang’) zijn er vluchten naar Nuuk, Ilulissat, Sisimiut en Maniitsoq. Verschillende veerdiensten in Zuid- en West Groenland. In het zuiden vind je de enige asfaltweg tussen twee dorpen (4,8 kilometer, tussen Ivittuut and Kangilinnguit). In de winter reis je in Noord- en Oost-Groenland per hondenslee. Daar vind je nog traditionele jacht- en vissersgemeenschappen van enkele tientallen mensen. Het enige gemarkeerde wandelpad in Groenland is de ACT, de Arctic Circle Trail: 160 kilometer van Kangerlussuaq naar Sisimiut.

Groenlanders zijn met 56.000, waarvan 12.000 in de hoofdstad Nuuk. Het Groenlands – Kalaallit – behoort tot de Inuit-Aleoetische talen. Alle Groenlanders spreken Deens, de meesten ook wat Engels. De meeste mensen zijn vriendelijk maar verlegen. Af en toe nodigen ze je zomaar uit op de koffie: een kaffemik! Visvangst, walvisjacht, mijnbouw en toerisme zijn de belangrijkste inkomensbronnen. Al zijn er maatschappelijke problemen, onveilig hoef je je er niet te voelen. Het sociale vangnet is op Europese leest geschoeid en er is een alcoholavondklok. In de extreme Groenlandse wildernis ben je op jezelf aangewezen. Bereid je zorgvuldig voor. De zomers in Groenland worden net als elders warmer dan vroeger.

Wij reisden met Puffins Travel (puffins.travel), dit jaar opgestart door de jonge Vlamingen Willem Vandoorne en Sofie Vanmaele. Ze gaan voor kwaliteit, ecovriendelijkheid en kleinschaligheid. Je reist zo ongemotoriseerd mogelijk. Verse voorraden worden altijd lokaal en zonder tussenpersonen ingeslagen, tijdens de landarrangementen overnacht je bij voorkeur bij Groenlanders thuis en in een bivaktent. Informeer je vooraf goed, als Puffin heb je best wat ervaring met rugzaktrekkings. Je ontdekt dan wel fantastische berglandschappen, zeegletsjers, hoogvlaktes, wilde dieren, warme bronnen, authentieke nederzettingen…

Lichtende nachtwolken

Op dinsdag 14 juli was er boven Gent een spektakel aan de avondlijke lucht te zien waarvan je op 51°N niet vaak kunt genieten. De noordwestelijke hemel lichtte rond 23 uur op door een enorme concentratie aan lichtende nachtwolken. Vanop ons terras vergaapten we ons aan het uitzicht. Wat best oké was, want het Finse meer en het vuurtje konden we er moeiteloos bij fantaseren. Met dank aan cloud aficionado Peter Vancoillie voor de foto’s.

lichtende nachtwolk

lichtende nachtwolk2

Lichtende nachtwolk 3

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑