Vorige maand voor het cultuurmagazine 100% EXPO een interessant interview gehad met curator Nav Haq van de expo Demokratik Lüks (Demokratische Luxe), gewijd aan het werk van de Turkse kunstenaar Hüseyin Bahri Alptekin (1957-2007) wiens werk momenteel te zien is in het Antwerpse M HKA. Het hoofdthema en de rode draad zijn de vage uithangborden van goedkope hotelletjes inde Turkse grootstad Istanbul die je met hun exotische namen luxe en comfort beloven, maar je integendeel enkel vergane glorie of enigszins verlopen hotelgasten te bieden hebben. De belofte glanst mooier dan de realiteit.

Hüseyin Bahri AlptekinHet expobeeld spreekt me ook aan omdat het herinneringen oproept aan mijn eerste bezoeken aan Turkije in de jaren ’80, waarbij ik geregeld reisde met lange afstandsbussen. Die nam ik dan in het al lang verdwenen busstation aan de Byzantijnse stadsmuren van Theodosius, het Topkapi Otogar, een onmogelijke mierenhoop van reizigers, toeterende taxi’s en zwarte dieselrook uitbrakende bussen.

TOPKAPI_CIHAN-6-

Een moderne busterminal in Turkije ziet er tegenwoordig uit als een halve luchthaven, maar toen waande je je echt nog in de Oriënt. Wat me vooral bijblijft is de gigantische wall van borden met de namen van de busmaatschappijen, waaruit je vaak meteen kon afleiden naar welke Anatolische stad je een rit kon boeken in het onooglijke kantoortje eronder.

Trakya Otogar

De maatschappij ‘Malatya’ reed naar Malatya, maar je kon hem ook gebruiken om onderweg af te stappen in Kayseri. De belofte van mijn bestemming hebben deze busmaatschappijen altijd ingelost (ik ben nooit gecrashed op de Turkse highways) en de belofte van avontuur losten de borden in door er gewoon naar te staan kijken.En met Alptekin vond ik de pure belofte – in dit geval van de road trip – vaak nog mooier dan wat ik ervoor in de plaats kreeg.

Enfin, hier het hele interview:

Democratische Luxe – Hüseyin Bahri Alptekin

Illusieloze observaties

Het oeuvre van De Turkse beeldend kunstenaar Hüseyin Bahri Alptekin (1957-2007) in het M HKA is een blikvanger tijdens de expo’s in het kader van Europalia. 100%EXPO vroeg curator Nav Haq naar het waarom van de keuze voor deze verzamelaar van banale restproducten van de globalisering.

“Dit is de eerste volledige retrospectieve van zijn werk”, zegt Nav Haq. “De titel van de expo verwijst naar een column van Alptekin over cultuur en politiek. Demokratik Lüks of Democratische Luxe draagt een soort ingebouwde contractie in zich. Het is een expotitel die heel erg Alptekins werk weerspiegelt, waarin hij zich gefascineerd toont door de belofte van iets en zijn banale realiteit, van wat je in the end eigenlijk maar krijgt.”

De belofte is luxe, democratie de banale realiteit?

“Ja, dat verwijst sterk naar ons late kapitalisme. Alptekin is in die zin geen ‘Turkse’ kunstenaar maar een wereldburger, die zijn manier van denken deels ontwikkelde in Europa. Hij studeerde filosofie aan de Sorbonne met mensen als Jacques Derrida. Dat heeft hem heel sterk gevormd. Zijn filosofische basis vormde Alptekin als kunstenaar. Hij was een groot observator van de manier waarop de wereld verandert. Het meest actief was hij tijdens de jaren ‘90 en 2000 – een sleutelperiode in de geschiedenis na de val van de Sovjetunie. Toen begonnen er fundamentele maatschappelijke veranderingen. Globalisering en de geboorte van het neoliberalisme stammen uit die periode. Hij zag ondergrondse en wilde vormen van globalisering ontstaan door de mensen, producten en ideeën die vanuit de ex-Sovjetunie naar landen als Turkije stroomden. Veel daarvan was smokkelwaar…”

De befaamde bavul ticaret of kofferhandel die in de jaren 90 floreerde in Turkije…

“Namaak van luxemerken, waarin een belofte van luxe verborgen zit. Daar is hij heel geïnteresseerd in, en in de branding van die artikelen. Daarin belandt hij bij het verschil tussen realiteit en belofte. Heel symptomatisch voor die periode. De mobiliteit van objecten en mensen staat ook centraal in zijn werk.”

Is zijn werk kritisch? is het een politiek statement?

“Het is bedoeld ambigu, denk ik. Hij is meer geïnteresseerd in complexiteit dat in statements. Hij neemt nooit een zwart-witstandpunt in. De belangstelling voor zijn werk groeit omdat de complexiteit die Alptekin toont de momentopname overstijgt. Op sociaal-maatschappelijk vlak is zijn werk relevant: zijn kunst is niet theoretisch maar heel concreet. Tegelijk accepteerde Alptekin de wereld zoals die is. Een van de onderdelen van de expo is zijn werk rond depressie. Daar had hij zelf mee af te rekenen, maar hij beschouwde het als een productief iets, als een kweekbodem voor ideeën.”

Het expobeeld, de lichtreclameborden van hotels met plaatsnamen als Jalta en Istanbul, ademt ontheemdheid en melancholie.

“Het is een sleutelwerk voor het idee democratische luxe. Alptekin heeft jarenlang over de wereld rondgereisd en geobserveerd. Hij werkte als fotograaf voor een Frans persagentschap. Dit beeld is geïnspireerd door de goedkope hotels in Istanbul die genoemd zijn naar een exotische stad: Bagdad, Jalta… maar wat je ervoor krijgt is meestal een flee pit-hotel, een vlooienput. Die lichtbakken met hotelnamen ontwierp hij zelf. Het ontwerpproces komt trouwens aan bod tijdens de expo, naast de originele lichtboxen. Hij liet ze assembleren door professionele lichtreclamemakers.”

Wat zijn de highlights van deze expo?

“We proberen het hele oeuvre van Alptekin te bestrijken: sculpturaal werk, video, fotografie, collage… De hotelborden en het begrip Eurazië vormen het conceptuele middelpunt. De Duitse beeldend kunstenaar Joseph Beuys is een inspiratiebron, door zijn maatschappelijk geëngageerde Eurazië-performances die hij ook in Antwerpen bracht. Heel leuk is de verwijzing naar het nooit uitgevoerde project Sea Elephant Travel Agency, waarbij Alptekin de verhaallijn uit een van zijn favoriete boeken, Keraban de Koppige van Jules Verne, wilde naspelen door met een boot vol schrijvers en kunstenaars als een drijvende denktank langs de havensteden van de Zwarte Zee te varen. Alptekin heeft sterke connecties met andere kunstenaars die belangrijk zijn voor het M HKA, die invloedrijk maar ondergewaardeerd zijn. Denk aan Jimmie Durham, Chantal Akerman… Alptekin past in dat rijtje. Er zijn ook links met Marcel Broodthaers, een verwoed verzamelaar van alledaagse objecten. Of met Allan Sekula’s Dockers Museum, met voorwerpen die te maken hebben met havens en havenarbeiders.”

W.D.H